In het tweede jaar maken de leerlingen uitgebreid kennis met de Klassieke Oudheid. In de lessen geschiedenis, Latijn en Grieks wordt een cultuur tot leven gewekt die eigenlijk nooit is gestorven en die de wereld van vandaag vorm blijft geven. Om dit aanschouwelijk te maken, bezoeken we in het tweede trimester de slapende schatten van het Jubelparkmuseum. Langs de vitrines met de indrukwekkende collectie vazen, reizen we door duizend jaar Griekse geschiedenis.
Een aantal mythologische thema’s keren voortdurend terug: de twaalf werken van Herakles, de strijd tussen de Kentauren en de Lapithen, uiteraard ook Dionysos die alomtegenwoordig is op de vele mengvaten en drinkschalen. Aan de hand van de beeldencollectie zien we dan weer gelijkenissen en verschillen tussen Griekenland en Rome. De Romeinen hadden een grenzeloze bewondering voor de harmonieuze Griekse originelen, maar legden zelf liever de nadruk op ernst en waardigheid. Helaas echter voor de trotse afgebeelde, brengt de levensechtheid van enkele portretten onze leerlingen toch vooral aan het lachen.
Langs kunstig gesculpteerde sarcofagen worden we uiteindelijk naar de reconstructie van een deel van de Romeinse stad Apamea geleid, met centraal een zeldzaam bronzen standbeeld van keizer Septimius Severus. Het hoogtepunt van het bezoek is de maquette van het antieke Rome. Voor de voeten van de leerlingen ligt op en tussen zeven heuvels de eeuwige stad, met alle monumenten, wegen en openbare gebouwen waar ze intussen alles over hebben geleerd.
Hoewel de leerlingen in de voorafgaande lessen bestookt worden met powerpointvoorstellingen en 3D-animaties, blijken ze toch het meest op te gaan in deze wereld van karton en lijm. Waarmee nogmaals bewezen wordt dat niets méér tot de verbeelding spreekt dan de lijfelijke aanwezigheid van de stille getuigen van een wondere wereld.